Wetgeving UPV textiel: waar staat de textielservicebranche?

dec 12, 2023 | Ondernemen

FTN is in overleg met de Stichting UPV textiel over specifieke regels voor de textielservicebedrijven bij de uitvoering van de nieuwe UPV wetgeving. Brancheorganisaties Modint en INretail hebben deze producentenorganisatie (PRO) opgericht om in een collectief de verantwoordelijkheden gezamenlijk te dragen voor de verplichting textielafval te verzamelen, te sorteren en te hergebruiken, dan wel te recyclen. Doel van de gesprekken van FTN met de PRO is voor FTN een voordelige regeling af te spreken die recht doet aan de huidige duurzame werkprocessen van de textielservicebedrijven.

De UPV textiel: hoe zit het ook al weer?

Per 1 juli 2023 is de regeling Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid, afgekort UPV, ingegaan. Hiermee zijn producenten en importeurs van textiel verantwoordelijk geworden voor de afvalfase van hun producten. Leden van FTN die textiel in het buitenland inkopen en aan hun klanten in Nederland leveren of ter beschikking stellen vallen onder deze nieuwe regelgeving. Deze bedrijven zijn verplicht te voldoen aan doelstellingen in de UPV voor inzameling, producthergebruik en materiaalhergebruik. Over het behalen van deze doelstellingen moet worden gerapporteerd en bij afwijkingen van de doelstellingen begaan de bedrijven een economisch delict.

Modint en INretail onwikkelen producentenorganisatie Stichting UPV Textiel

 

Producenten en importeurs worden dus volgens het Besluit UPV Textiel verantwoordelijk voor de gescheiden inzameling en verwerking van afgedankt textiel. Zij moeten kunnen aantonen wat er met hun textielafval gebeurt. En jaarlijks verslag doen van de hoeveelheid textiel die zij in Nederland in de markt hebben gezet en of en hoe de doelstellingen zijn behaald.

Als producent en importeur van kleding en textiel heeft men formeel een individuele verantwoordelijkheid, maar men mag deze laten uitvoeren door een producentenorganisatie (PRO). Modint en INretail hebben in overleg met het ministerie van I&W de producentenorganisatie Stichting UPV Textiel opgericht. Deze organisatie neemt de genoemde verantwoordelijkheden dan over. Het voordeel is dan dat de rapportage aan de overheid gezamenlijk door de stichting wordt gedaan. Als doelstellingen niet worden gehaald slaat dit alleen indirect terug op de bedrijven.

Als producent en importeur van kleding en textiel heeft men formeel een individuele verantwoordelijkheid, maar men mag deze laten uitvoeren door een producentenorganisatie (PRO). Modint en INretail hebben in overleg met het ministerie van I&W de producentenorganisatie Stichting UPV Textiel opgericht. Deze organisatie neemt de genoemde verantwoordelijkheden dan over. Het voordeel is dan dat de rapportage aan de overheid gezamenlijk door de stichting wordt gedaan. Als doelstellingen niet worden gehaald slaat dit alleen indirect terug op de bedrijven.

Deelnemende bedrijven moeten heffingen betalen. De PRO heeft fondsen nodig om op nationaal niveau de inzameling, sortering en recycling van het textiel mogelijk te maken. Deelnemers zullen daarom een heffing in rekening gebracht krijgen. Naar verwachting gaat dit gelden voor álle producenten in Nederland, omdat de regels van de PRO algemeen verbindend worden verklaard. Bij de PRO hadden zich per oktober 2023 meer dan 600 bedrijven aangesloten, met een vertegenwoordiging van ruim twee derde van de textielmarkt. Daarmee voldoet de PRO aan de eisen voor de algemeen verbindend verklaring.

Een recente ontwikkeling is overigens dat een tweede PRO zich bij het ministerie heeft gemeld. Dit is een groep van Duitse exporteurs naar Nederland dat zich het European Recycling Platform noemt. De beide PRO’s zijn met elkaar in gesprek. De verwachting is dat de tweede PRO een algemeen verbindend verklaring van de Stichting UPV Textiel niet in de weg staat.

Infrastructuur al op orde

De textielservicebedrijven gaan in hun huidige werkprocessen duurzaam om met hun textielafval, en halen veelal de doelstellingen van de UPV regels al. Investeringen om dit te realiseren hebben ze in het verleden zelf gedragen. Daarom vindt FTN dat de regeling op onderdelen onredelijk is voor de textielservicebedrijven. Want ze voeren delen van de activiteiten om textielafval te verwerken zélf al uit: zoals verzamelen en sorteren. Daarnaast maken FTN leden geen gebruik van de openbare inzamelinfrastructuur. De bakken op straat, de wagens die de bakken legen: textielservicebedrijven mogen er geen gebruik van maken. En ook hebben ze geen baat bij de publiekscampagnes die ontwikkeld gaan worden om consumenten hun afgedragen kleding te laten inleveren. Allemaal redenen voor FTN om de PRO te verzoeken om lagere heffingen.

PRO erkent positie FTN

In recent overleg heeft de PRO laten weten de positie van de textielservicebedrijven te erkennen. Voor de activiteiten die de bedrijven zelf al uitvoeren wordt in de textielbeheerstructuur naar verwachting betaald. Daarom vindt ook de PRO dat een korting op de heffingen moet worden overwogen. De heffingen voor 2024 zijn overigens vastgelegd op 10 cent per kilo. De PRO kon een korting formeel niet toezeggen. Reden is dat de PRO de belangen van álle participanten in de PRO moeten worden afgewogen. Het bestuur van de PRO werkt hier de komende maanden aan.

Meer nieuws over de UPV

De PRO heeft in het overleg meer nieuws gebracht. De berekening van de hoeveelheden textiel zal in kilo’s zijn (en dus niet per stuk). De heffingen voor 2024 zijn zo berekend dat de kosten van de organisatie van de PRO er mee uit kunnen. Als later de infrastructuur wordt ontwikkeld gaan de kosten omhoog, en zo ook de heffingen. Men verwacht een verdubbeling. Daarbij komt ook tariefdifferentiatie in beeld. Deze wordt in de loop van 2024 bekend. De heffingsbijdrage van de nu deelnemende bedrijven wordt dus gebruikt voor de oprichting van de PRO organisatie. Bedrijven die later deelnemen betalen niet mee aan deze aanloopkosten. Om dit compenseren krijgen de bedrijven die in 2024 al deelnemen deze bijdrage terug in de vorm van een korting over de heffingen in de drie of vijf jaar na 2024.

Innovatiefonds voor recycletechnologie

Ook is sprake van de oprichting van een innovatiefonds. Met dit fonds komt volgens de plannen jaarlijks 5 miljoen euro beschikbaar voor het stimuleren van het circulair maken van de textielmarkt. De PRO liet weten dat het fonds met name de ontwikkeling van hoogwaardige recycling zal stimuleren en minder de logistiek, sortering of inzameling.

Eigen regels in sub-PRO

De PRO lichtte ook toe dat een ‘sup-PRO’ mogelijk is voor de textielservicebedrijven. De FTN heeft hier enthousiast op gereageerd: een sup-pro doet dit recht aan de bijzondere positie van FTN leden. De PRO heeft FTN daarop gevraagd of een aantal kennisrijke leden wil helpen een en ander vorm te geven. Dit is in het overleg direct toegezegd.

Verleggingsregeling

Ook maakte de PRO bekend dat er een zogeheten verleggingsregeling  komt. Deze regeling maakt het mogelijk dat producenten de UPV-plicht verleggen naar de klanten. Dit is bedacht voor producenten die vooral in opdracht werken van kledingmerken. Ze brengen als eerste het textiel in Nederland op de markt maar ze hebben geen invloed op het ontwerp omdat ze in opdracht werken. De verlegging is aantrekkelijk voor de textielservicebedrijven die inkopen bij producenten: Door de UPV plicht te verleggen naar de wasserij kan deze aanspraak maken op de kortingen. Dit kan door een verzoek in te dienen bij de PRO.

Advies is aan te melden voor deelname en actief deel te nemen in de werkgroep

FTN adviseert haar leden gebruik te maken van de collectiviteit van de Stichting UPV Textiel en zich daar aan te melden. De aanmelding is niet bindend, maar als deelnemers eind 2023 de bindende overeenkomst niet tekenen betalen zij 1 eurocent per kilogram textiel die zij in 2023 op de markt zetten. Dit bedrag wordt later nog gemaximeerd, maar hoe hoog moet nog worden bepaald. Aanmelden verloopt niet via FTN maar via de stichting op www.stichtingupvtextiel.nl.

Lees meer artikelen in deze categorie