Sinds 2007 betaal je als ondernemer geen ‘Belasting voor Personenauto’s en Motorrijwielen’ bij aanschaf van een bestelauto, mits je deze auto voor zakelijke doeleinden gebruikt. Wanneer je nu nog een bedrijfswagen met grijs kenteken bestelt, profiteer je dus nog van de vrijstelling. Maar hoe zit dat met die regeling vanaf 1 januari 2025?

Met ingang van 2025 verdwijnt de vrijstelling van bpm voor eigenaren van bestelauto’s met een verbrandingsmotor. Je betaalt voor bestelauto’s dan dus dezelfde belastingheffing als voor personenauto’s. Hoeveel dat is hangt af van de CO2 -uitstoot van de bestelauto.

Stimuleren van emissievrije en zuinige bestelauto’s

De overheid wil de verkoop van emissievrije en zuinige bestelauto’s  stimuleren. De BPM wordt berekend op basis van de uitstoot van een auto. Het loont dus om te kiezen voor een CO2 -uitstootvrije of zuinige bedrijfswagen aan te schaffen. Wanneer je als ondernemer een elektrische bus bestelt, betaal je dus geen bpm.

Er is zelfs een subsidieregeling voor elektrische bussen, de Subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto’s (SEBA). Vanaf 23 april stelt de overheid 30 miljoen euro beschikbaar voor de aanschaf van elektrische of waterstofbestelbussen tot 4.250 kilo. Het is de laatste keer dat deze subsidie wordt verstrekt. Dat heeft weer direct te maken met het vervallen van de BPM-regeling. Volgens demissionair staatssecretaris Infrastructuur en Waterstaat Vivianne Heijnen komen de aanschafkosten van een fossiele bestelauto erg dichtbij of zelfs boven die van een elektrische bestelauto te liggen. Het loont dan meer of evenveel om elektrisch te rijden.

Niet elektrisch

Veel ondernemers zien het toch níet zitten om over te stappen op elektrisch rijden. Zo’n 84 procent van de Nederlandse mkb’ers overweegt niet om in de komende jaren een elektrische bestelauto te kopen. Dat de aanschaf van dieselbestelwagens duurder wordt, verandert daar weinig aan. Dit meldt RTL Nieuws naar aanleiding van een onderzoek van MKB-Nederland en VNO NCW onder duizend ondernemers.

Gerard van der Kleij, van wasserij G. van der Kleij, is daar nu nog één van. Hij test wel al met elektrische wagens. “Maar een definitieve keuze hebben we nog niet gemaakt. Dat komt omdat we nog vijf jaar – tot 2030 – de tijd hebben.” Haast heeft hij dus niet. Wel kijkt hij vooruit. De test leverde namelijk twee belangrijke pijnpunten op. “De accuduur van de elektrische bestelauto’s die nu worden gemaakt is te klein. De range die wij nu kunnen afleggen is niet groot genoeg.” Met opladen tussendoor kost het de wasserij te veel tijd om over te stappen op elektrische wagens. “Pas als ik tussen de 450 tot 550 km kan afleggen wordt het interessant.” Die range is nu wel al mogelijk voor personenauto’s, maar voor bestelauto’s ligt het tussen de 200 en 400 km. Volgens Van der Kleij is het dus afwachten tot ook bestelauto’s dezelfde afstanden kunnen afleggen.

Gewicht van de auto

Een ander probleem voor de wasserij is het gewicht van de auto. Gemiddeld genomen weegt een accupakket rond de 454 kg, maar bij sommige auto’s kan dit oplopen tot maar liefst 900 kg. Dan is de wagen zelf nog niet meegenomen, laat staan de inhoud van de bus. “En dan loop je tegen het volgende probleem aan: in sommige steden mag je dan nóg niet de binnenstad in.” Het gaat daarbij voornamelijk om oudere steden, waarbij te zware wagens schade aanrichten aan de stad.

Dat hoge gewicht zorgt meteen voor een ander probleem: het rijbewijs van de chauffeurs. De bestuurders van elektrische bedrijfswagens met een GVW (totale gewicht van een wagen met lading) van meer dan 3.500 kilo hebben vanaf 1 juli 2024 een vrachtwagenrijbewijs (rijbewijs C) nodig. De belangrijkste reden om een C-rijbewijs verplicht te stellen voor chauffeurs van zware e-bestellers is een nieuw advies van het Openbaar Ministerie, dat stelt dat het ‘evident onveiliger is om een (veelal jonge) bestuurder, die nog maar kort beschikt over een rijbewijs B, in een zwaar voertuig te laten rijden.’ Daarom loopt 1 juli 2024 een tijdelijke regeling af. Deze maakt het nu nog mogelijk om met alleen een B-rijbewijs in elektrische bestelbussen tot maximaal 4.250 kilo (in plaats van maximaal 3.500 kilo) te rijden. Hiermee wilde de overheid het elektrisch rijden stimuleren. De einddatum van de vrijstelling was overigens aanvankelijk 1 januari 2024, maar om ondernemers de tijd te geven, is dit met zes maanden uitgesteld.

Deze korte verlenging (door het OM een ‘gedoogperiode’ genoemd) is voor veel ondernemers en bedrijven een domper omdat het relatief duur is om zelf een vrachtwagenrijbewijs te halen of dit voor werknemers te betalen. “Dus los van de aanschaf van de elektrische wagens ben je ook nog geld kwijt aan de ophoging van het rijbewijs”, legt Van der Kleij uit.

Nog even geduld

Die redenen zorgen ervoor dat Van der Kleij nog afwacht op de volgende stappen. “Het plan staat nu nog te veel in de kinderschoenen. Als ik aan de fabrikanten van de auto’s uitleg dat ik een te kleine range heb, vertellen ze me: ‘nog even geduld’. Het komt wel, maar het is nu nog niet goed genoeg.” Het plan van de overheid om over te stappen op elektrisch rijden lijkt nog niet aan te slaan bij ondernemers zelf. Uit eigen onderzoek van Textielbeheer blijkt dat wasserijen en stomerijen nu nog afwachten, net als Van der Kleij dat doet.

‘Wacht niet tot het laatste moment’

Voordat iedereen elektrisch rijdt moet er dus nog heel wat gebeuren. Dat merkt ook Erik Slaaf van ING Lease op. In Nederland is nu namelijk slechts 1,4 procent van de 990.000 bestelbusjes elektrisch. “Stel je de investering in elektrische voertuigen uit tot het laatste moment, dan loop je het risico dat in één keer veel dure bedrijfswagens tegelijk aangeschaft moeten worden”, zegt hij tegen De Telegraaf.

Ondernemers zouden volgens hem beter nu al kunnen beginnen met het verduurzamen van hun bedrijfsauto’s, omdat je nu nog aanspraak kunt maken op subsidie.

Daarbovenop komt ook nog de aansluiting op het elektriciteitsnet. Als iedere ondernemer tegen 2025 een elektrische bestelbus aanschaft en een aansluiting wil maken op het net, dan beland je achter in de rij. “Hoe langer je de overstap uitstelt, hoe langer de rij wachtenden wordt.”