‘We moeten de textielbranche weer een beetje sexy maken’

Okke Lemmens, eigenaar van de Roosendaalse Stomerij en mede-eigenaar van Wassie, trad in de voetsporen van zijn vader Antoine. Als kind had hij al plezier in het werken in de stomerij, dat is nu niet anders. Al meer dan 22 jaar werkt hij met een klein team in Roosendaal.

Zijn vader opende zijn wassalon in 1965. “Mijn moeder werkte hard mee en mijn zusje en ik zijn dan ook tussen de was opgegroeid”, vertelt Lemmens. Hij werd aangetrokken door het vak toen hij de kneepjes leerde van een werknemer. “Mijn vader had veertig jaar geleden de beste vlekkenverwijderaar van Nederland in dienst. Hij won meermaals de eerste prijs op wedstrijden van de branchevereniging. Van hem heb ik het vak geleerd”, lacht hij. “Mijn vader was meer een ondernemer. Hij was fantastisch in het uitbreiden van de onderneming. Lemmens textielreiniging was een stomerij en horecawasserij.”

Het vak is hem met de paplepel ingegoten. Toen hij op de lagere school zat startte hij met een bijbaan in het bedrijf. “Ik had een dure hobby: windsurfen. Toen ik een jaar of 11 werd kreeg ik mijn eerste surfspullen van mijn ouders. Ze zeiden: als je verder nog iets wilt hebben moet je het zelf betalen. Zo ging ik in de leer in de stomerij.”

Familiebedrijf

Toen Antoine Lemmens stopte met werken, nam Okke Lemmens wat machines en een klein klantenbestand over. De rest van de stomerij werd verkocht aan twee collega’s. “Ik was enthousiast voor het vak maar vond het ook belangrijk om eerst ervaring op te doen bij andere stomerijen. Al doende kwam ik erachter dat ik wel een eigen stomerij wilde, maar dan kleinschaliger. Zo’n groot bedrijf runnen is niks voor mij.”

Toen hij werkervaring opdeed bij een stomerij in Antwerpen wist hij: dit is hoe ik mijn bedrijf wil runnen. “Er liepen vakmensen rond en er hing altijd een gezellige sfeer. Als ik dacht aan een stomerij overnemen, dan was dit wat exact wat ik zocht.” Diezelfde sfeer hangt nu in de Roosendaalse Stomerij.

Houd het leuk

Zo’n 30 jaar later, gaat Lemmens nog steeds met plezier naar zijn werk. “Anders was ik wel iets anders gaan doen”, lacht hij. Het is nog steeds een heus familiebedrijf. Zijn vrouw helpt hem met de administratieve ondersteuning. Zijn kinderen zitten nog in de luiers. “Net iets te jong. Vinden ze het leuk om later mee te werken vind ik dat mooi, en anders vind ik dat ook prima. Mijn vader was er wel meer op gebrand dat ik er iets mee zou doen.”

Ondanks dat Lemmens er plezier in heeft, ziet hij dat textielbeheer niet altijd zo gezien wordt. “Deze branche heeft letterlijk en figuurlijk een stoffig imago, maar is juist gigantisch dynamisch. Op innovatief gebied gebeurt er een hoop. Ik heb weleens gedacht om te adverteren op Tinder ofzo. ‘Netjes gekleed op je date? Kom langs in onze stomerij’. Dat vond ik zelf een heel goed idee, maar kost veel tijd en geld. Dat haal je er niet uit, haha.” Hij probeert zich te richten op een jongere markt. “Hoeveel jongeren zijn er nog nooit in een stomerij geweest? We moeten linksom of rechtsom nieuwe marketingstrategieën bedenken.”

Marketing, maar geen reclamestrategie. Daar doet hij niet aan. “Wij leveren vakwerk. Waarom zouden we daar korting op geven? Dan zou ik de prijzen eerst 20 cent moeten verhogen.” De stomerij-eigenaar doelt daarmee op bedrijven die vlak voor de kortingsactie opeens de prijzen verhogen.

“Deze branche heeft een stoffig imago, maar is juist gigantisch dynamisch”

Okke Lemmens

Eigenaar, Rosendaalse stomerij - Mede-eigenaar, Wassie

Vertrouwen in je personeel

Volgens Lemmens moeten we de branche weer een beetje sexy maken, vooral als je goed personeel wil aantrekken. “Het is natuurlijk ook geen sexy vak, hè? Mensen willen steeds minder werken en steeds meer verdienen. Dat is echt een uitdaging voor de branche, want af en toe is het best bikkelen”, zegt Lemmens. Toch heeft hij genoeg personeel in dienst. Zijn geheim? “Ik geef mijn medewerkers meteen een vast contract. Vanuit vertrouwen.”

Dat vertrouwen geeft volgens Lemmens ook een fijne werksfeer in de stomerij. Hij benadrukt het belang van respect en gelijkheid binnen het team. “We proberen altijd een hele leuke werksfeer te creëren, dat sowieso. Je moet gewoon elkaar een beetje met respect en gelijkheid behandelen.”

Daarnaast is hij ook best bereid om zijn werknemers wat meer te betalen. Meer dan de CAO minimaal verplicht. “Ik merk ook echt wel dat het steeds lastiger is om rond te komen. Daar wil ik zoveel als mogelijk bij helpen.”

Prijzen doorberekenen

Zo’n hoger salaris berekent hij door aan de klant. “Ik denk maar zo: als je de kwaliteit hoog houdt dan komen mensen vanzelf. Daarom passen wij bij loonsverhoging ook onze prijzen aan.”, legt hij uit. Hij merkt op dat hij te vaak ziet dat collega’s uit de branche te weinig rekenen voor het reinigen van een kledingstuk. “Zeg ik hoeveel ik reken voor het stomen van een kostuum, hoor ik vaak dat dat te hoog is. Dan denk ik bij mezelf: jullie zitten veel te laag.” Dat, in combinatie met hogere energieprijzen, zorgt ervoor dat er nog steeds veel stomerijen omvallen. “Ik vind het jammer dat deze branche zo is uitgedund. Door corona hebben een hoop stomerijen de deuren moeten sluiten.”

Nu de cao-onderhandelingen zijn afgerond berekent Lemmens wat hij zijn personeel gaat betalen én hoe de prijzen stijgen. “Daarnaast hebben we ook nog met de logistieke uitdagingen te maken. Met zero-emissiezones en bpm-wetgeving. Maar hoe veel uitdagingen er ook zijn, op innovatief vlak, op personeelsvlak of op milieuvlak: als we de branche met z’n allen wat meer sexy kunnen maken vinden we daar samen ook een oplossing voor.”