Voorzitters van FTN en NETEX blikken terug op 2023 en kijken vooruit naar 2024

jan 11, 2024 | Ondernemen

Ruud Meijer (FTN) blikt terug: ‘Leg volgend jaar de aandacht bij marketing, verkoop en onderscheidend vermogen’

Ruud Meijer, voorzitter van Federatie Textielbeheer Nederland, blikt terug op het afgelopen jaar. Met welke uitdagingen kregen we te maken? En waar richt de branche zich in 2024 op?

Ruud Meijer

“Na de coronaperiode en extreme prijsstijgingen van de afgelopen jaren hebben diverse markten zich weer behoorlijk herstelt. Vooral de horecamarkt is in de coronatijd behoorlijk onderuit gegaan ”, zegt Ruud. “Wasserijen hebben daar ook één-op-één mee te maken gehad. We zien nu dat het weer beter gaat in de horeca. Voor onze sector merken we dat door een herstel van het wasvolume en een prijsniveau wat aansluit bij een gezonde bedrijfsvoering.” Ook de industrie heeft zich weer goed hersteld.

Bij de zorg ligt dat volgens hem nog anders. “De zorg heeft te maken met twee factoren: ze komen uit een moeilijke periode van ongekende prijsstijgingen én de zorg zelf heeft het moeilijk. Dat maakt het lastig om de noodzakelijke kosten door te berekenen.” Daarom is onze branche voortdurend met de overheid in contact om te zien of er ruimte is bij zorginstellingen om te betalen voor een redelijke dienstverlening. “Daar liggen volgend jaar vooral uitdagingen.”

Tevreden medewerkers

Om de bedrijfsvoering zo goed mogelijk te laten draaien zijn er volgens Ruud vooral tevreden medewerkers nodig. “Dat is de basis van succesvol ondernemen. En in een periode met krapte op de arbeidsmarkt is het belangrijk dat je ook kijkt naar goede secundaire arbeidsvoorwaarden om medewerkers aan te trekken. Een goed salaris is niet alles.”

Daar kan de branche ook een verschil maken vindt de voorzitter. “Een aantrekkelijke branche om in te werken; dat wil je zijn. Daarom is het belangrijk dat we via publicaties en het onderwijs de mensen attent maken dat onze bedrijfstak aantrekkelijk is. Dat we een ‘sexy’ industrie zijn.” Daarnaast moeten we voortdurend werken aan verdere optimalisatie van ons imago.

Innovatie

Daarbij ontkom je volgens Ruud niet aan innovatie. “Ik ben ervan overtuigd dat de interne productie voortdurend aandacht nodig heeft, ook in het kader van personeelstekort. Robotisering is dan onvermijdelijk.” Hij legt uit dat je alleen weer normale en gezonde rendementen kan verwachten als je blijft werken aan je innovatie en vernieuwing van je dienstverlening. “Alleen dan ben je in staat om een beter beeld te krijgen van je markt én daarop te acteren.”

Het is volgens Ruud de enige manier om het werk leuk te houden. “Je voortdurend blijven ontwikkelen zorgt ervoor dat je je lostrekt van het simpele werk. Samen met je klanten concepten bedenken die jou weer naar een normaal gezond rendement brengen en je klant vooruithelpen. Daar gaat het om.”

Toekomstbeeld

“Er is weer vertrouwen in een goede toekomst in de branche. En dat onderschrijf ik. Maar een positief toekomstbeeld hebben we alleen als je je blijft inzetten op onderscheidend vermogen. Dat vereist visie en enthousiasme”, zegt Ruud. “Zo zorgen we samen voor een gezondere wasindustrie met een beter imago.”

Zijn tip voor het komende jaar? “Leg vooral de aandacht bij marketing, verkoop en onderscheidend vermogen. Daar wens ik iedereen in 2024 heel veel succes mee.”

Niels Pols (NETEX) blikt terug: ‘Het is belangrijk om verenigd te zijn’

Niels Pols, voorzitter van NETEX, blikt terug op het afgelopen jaar. Met welke uitdagingen kreeg de branche te maken? En wat kunnen we in 2024 verwachten?

“Er zijn dit jaar aardig wat stomerijen failliet gegaan. En ik zie dat veel bedrijven nog steeds in zwaar weer zitten”, vertelt Niels. “Dat komt door personeelstekorten, hoge energieprijzen en achterstanden van coronaschulden.”

Volgens de voorzitter vinden veel stomerijen het lastig om de hogere prijzen door te berekenen aan klanten. “Daarom proberen we zoveel mogelijk bijeenkomsten te organiseren en informatie te verstrekken over problemen die zijn overgebleven uit de coronatijd en hoe hiermee om te gaan”, zegt hij.

Veranderende markt

De markt is volgens Niels veel veranderd in de afgelopen 20 jaar. “Vroeger had je in elk dorp een stomerij, soms zelfs meerdere stomerijen. Dat is nu veel minder. Je ziet echt een verschuiving op de markt: de consument gaat naar een kleermaker, die een depotfunctie vervult. Dat maakt de stomerij kwetsbaar.”

Gelukkig is er nu een beetje ademruimte op de markt. “Door gedwongen en ongedwongen sluitingen is het aanbod kleiner geworden. Daarom hebben veel stomerijen het weer aardig druk. Ze hebben hierdoor een luxepositie en kunnen selectiever zijn in welke klanten ze bedienen.” Niels benadrukt dat dit voornamelijk geldt voor stomerijen buiten de randstad. “Is er daar weinig concurrentie, dan heb je automatisch een betere positie.”

Verduurzaming en vernieuwing

Veel stomerijen richten zich het komende jaar op verduurzaming en vernieuwing. “Al is het lastig om daar grote stappen in te maken, dat is al jaren zo. We kampen met enorme energierekeningen. Maar bedrijven zijn vaak te klein om grote stappen te maken op het gebied van verduurzaming. Daar worstelen we als branche mee.”

Dat geldt ook voor het verpakkingsmateriaal. “Mensen willen veranderen. Al het goed wordt in plastic verpakt, op een wegwerphanger. Daar komt steeds meer weerstand tegen. Dat is ook logisch, omdat mensen elk jaar steeds meer bewust worden van milieu en klimaat.”

Verpakkingsmateriaal

Daarom is Niels veel bezig met duurzaam verpakkingsmateriaal. “Denk aan een bamboehanger. Dat is een fantastische oplossing, maar op dit moment onbetaalbaar. Het is twintig keer zo duur als een wegwerphanger van plastic. Dat is jammer.”

Dit is geen oplossing omdat de prijzen in de stomerij niet nog een keer verhoogd kunnen worden. “Zo heb ik mijn prijzen al vier keer in de afgelopen twee jaar verhoogd. Het is een lastig dilemma. Veel bedrijven willen graag verduurzamen, maar de prijs van duurzame oplossingen belemmert dat.”

Zero-emission

Het komende jaar komt er nog een uitdaging bij: de zero-emission-zones in steden. “Een groot gedeelte van het textielbeheer zit nog steeds in het centrum van steden. Daar worden steeds vaker die zones ingevoerd. En er is geen landelijk beleid”, zegt Niels. “Elektrisch de binnenstad in is dan een behoorlijke uitdaging. Zeker als je veel volume moet transporteren. Er is hier nog geen pasklare oplossing voor.”

Al die oplossingen vinden we met z’n allen, vindt Niels. “Het is belangrijk om verenigd te zijn, ook al wordt de branche steeds kleiner. We kijken samen naar vraagstukken en oplossingen.”

Lees meer artikelen in deze categorie