De opkomst van ultra fast-fashionwinkels, zoals SHEIN, heeft een grote impact op textielsorteerbedrijven. Wie een blik op TikTok of Instagram werpt, zal de influencers die nieuwe aankopen van SHEIN laten zien, niet zijn ontgaan. De zeer goedkope kleding van de Chinese webwinkel is populair. De app, waarmee je de kleding kunt bestellen, is al door meer dan vijf miljoen Nederlanders gedownload.
Slechte kwaliteit
De impact van dit soort kleding op textielsorteerbedrijven is groot, ziet de Vereniging Herwinning Textiel. Zij zien het aandeel van slechte kwaliteit kleding, waaronder veel van SHEIN, toenemen. Een probleem, want deze kleding is vaak gemaakt van polyester. Een materiaal dat nog altijd niet te recyclen is en dus verbrand moet worden.
50 categorieën kleding
Kleding die wij niet meer dragen en in zakken in de textielcontainer gooien, komt bij de Boer Groep terecht. De kleding wordt gesorteerd in 350 verschillende categorieën, op basis van kwaliteit. Sommige kleren kunnen in zijn geheel een tweede leven krijgen, andere kleding van bijvoorbeeld katoen of linnen kan gerecycled worden.
Dan heb je nog kleding van zulke slechte kwaliteit, dat je er niks meer mee kunt. Daar valt dus ultra fast-fashion, zoals de kleding van SHEIN, onder.
Geen kleding meer naar Afrika
Naast het feit dat door de slechte kwaliteit steeds meer kleding niet gerecycled kan worden, speelt ook mee dat SHEIN de markt ‘overspoelt’ met hun goedkope kleding. Zo’n 30 procent van de kleding die wordt weggegooid ging eerder naar Afrikaanse landen. De vraag is daar helemaal ingestort. Mensen kiezen toch liever voor goedkope nieuwe kleding dan tweedehands kleding.
Europa neemt maatregelen
Intussen werkt de Europese Commissie aan maatregelen om de Chinese ultra fast-fashion aan te pakken. Het plan is om de douanevrijstelling voor pakketjes onder de 150 euro af te schaffen. Dit zou de instroom van goedkope Chinese goederen moeten beperken, die nu profiteren van lage verzendkosten dankzij Chinese subsidies. Deze maatregel is gericht op een eerlijkere concurrentiepositie voor Europese bedrijven.
Verder gelden er vanaf 2027 strengere eisen. Bedrijven die producten verkopen in de EU worden dan verplicht om duurzaamheid te waarborgen en uitbuiting in hun productieketen te voorkomen.