Senbis gaat vervuiling door microplastics uit kleding stoppen met afbreekbaar polyester, en AI gaat helpen

Een afbreekbare vervanger vinden voor polyester in kleding geldt als de heilige graal tegen plasticvervuiling. Het Nederlandse R&D-bedrijf Senbis wil er in 2030 eentje op de markt brengen. Voor het eerst wordt daarbij kunstmatige intelligentie (AI) gebruikt om het hele ontwikkelproces flink te versnellen. 

Jaarlijks produceert de wereld 30 miljoen ton polyester voor kleding. Via wasbeurten en slijtage komt een groot deel daarvan als microplastics terecht in het milieu, in de oceanen en uiteindelijk in vissen, voedsel en ons lichaam. Met het project BIOTTEK wil Senbis een afbreekbaar alternatief voor polyester in kleding ontwikkelen om die grootschalige vervuiling tegen te gaan. 

Goedkoop alternatief
Polyester is het meest gebruikte materiaal in onze kleding. De bioplastics die op dit moment op de markt zijn, zijn niet geschikt om een goed garen van te maken om polyester in textiel te vervangen. Een ander veel gebruikt materiaal – katoen – is biobased, maar als er gekeken wordt naar hoe veel water en pesticiden er nodig zijn om dat te laten groeien, dan is dat nog niet zo duurzaam. Dus moet er een nieuw polymeer komen dat enorm schaalbaar is, zodat men uiteindelijk op het prijsniveau van polyester uit kan komen.  

AI kan helpen
Een nieuw plastic (oftewel polymeer) uitvinden en opschalen is tijdrovend. Om het proces te versnellen zet Senbis voor het eerst kunstmatige intelligentie (AI) in. Daarvoor werkt het bedrijf samen met TNO, dat AI en algoritmes gebruikt om de meest geschikte bioplastics te vinden. Dat werkt als volgt: nu zitten de kennis en de ideeën over nieuwe plastics in de hoofden van wetenschappers en chemici, die dat verder onderzoeken. “Maar niemand heeft alle data in zijn hoofd en kan alle correlaties zien. Dat kan AI wel”, zegt directeur Gerard Nijhoving van Senbis. “Wij voeden het model met allerlei relevante polymeren die we al kennen en hun relevante eigenschappen. AI kan alle correlaties daartussen herkennen en kan vervolgens conclusies daaruit trekken en suggesties doen voor nieuwe structuren die precies die eigenschappen hebben die wij willen.” Dankzij AI kan Senbis dus veel sneller zien of het materiaal op polyester lijkt, biologisch afbreekbaar is en niet te duur is om te maken. 

In 2030 de markt op
De eerste kansrijke materialen voor biopolyester zijn al gevonden, al zitten die nog in de hoofden van de onderzoekers. Nijhoving verwacht dat BIOTTEK eind 2025 de eerste goede kandidaten kan selecteren om op te schalen en de garenkwaliteit te testen op het spinnen. Dat is het doel van BIOTTEK, dat daarmee wordt afgesloten. Het vervolgonderzoek richt zich op het opschalen en het verbeteren van het biopolyester. Daar moeten kledingstukken van gemaakt worden. Uiteindelijk is het streven om in 2030 te kunnen zeggen “dit is het polymeer, dit werkt, dit is schaalbaar.” Nijhoving denkt dat dit een realistisch tijdspad is. “Als dat lukt, is het veel sneller geweest dan wat de typische chemie-start-ups doen.”