In lijn met de Sustainable Development Goals 12, Verantwoorde Consumptie en Productie, wil de rijksoverheid de Nederlandse textielindustrie in 2050 hebben omgetoverd tot een volledig circulair proces. Daar wil ze middels het Beleidsprogramma Circulair Textiel in stappen naar toewerken. Er zijn doelstellingen gesteld voor 2025, 2030, 2035 en tenslotte 2050. Wat houdt dit in, en welke impact heeft dat op de keten?
Haast
De textielindustrie stoot met haar 1,2 miljard CO2 per jaar wereldwijd meer uit dan het brandstofverbruik van alle internationale lucht- en zeevaart bij elkaar. De Nederlandse overheid heeft daarom haast. In 2050 moet de hele keten circulair zijn. Wat wil dat zeggen? Circulaire businessmodellen vormen tegen die tijd de standaard. Kleding, textiel en vezels worden hoogwaardig gebruikt en hergebruikt. Alle producten worden zo gemaakt dat ze lang meegaan. Er wordt gebruik gemaakt van gerecycled materiaal. Het materiaal wordt er bovendien op uitgekozen dat het lang mee gaat. Ook de arbeidsomstandigheden in de productielanden moeten in orde zijn. Productieprocessen en producten zijn schoon en het is transparant voor iedereen dat ze schoon zijn. Er is geen textielafval meer. Hoge ambities dus.
Het goede voorbeeld
Om tot een circulaire economie te komen is samenwerking in de keten noodzakelijk, want de verschillende schakels grijpen allemaal op elkaar in: van ontwerper tot producent tot afvalinzamelaar tot recycler. De ambities zijn verder alleen te realiseren als daar voldoende draagvlak voor is. Daar is het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat positief over. Er is momentum voor het plan. Niet alleen de brancheverenigingen en andere partijen in de textielketen willen minder gaan verspillen en vervuilen, maar ook in de maatschappij zijn er signalen dat men zich hiervoor wil inzetten. Het ministerie noemt kledingverhuurinitiatieven, duurzame modemerken en influencers die het goede voorbeeld geven. De textielsector wordt wel geraakt door de coronamaatregelen: er is veel veerkracht en creativiteit voor nodig om in de huidige situatie overeind te blijven. Toch is er onverminderd draagvlak voor het beleidsprogramma.
Dit gaat er gebeuren
Wat is de situatie nu? In opdracht van Rijkswaterstaat is onderzocht dat in 2018 in Nederland 305,1 kiloton kleding werd afgedankt. Daarvan werd 44,6% gescheiden ingezameld in kringloopwinkels of kledingcontainers. Van het totaal ingezamelde en geïmporteerde textiel werd 53% direct hergebruikt, 33% gerecycled en 14% verbrand met energieterugwinning. Voor 2025 wil het ministerie dat het aandeel gerecycled en duurzaam materiaal in textielproducten 25% is. In 2030 moet dat 50% zijn, waarvan 30% is gerecycled en maximaal 20% duurzaam materiaal is. In 2025 wordt verder 30% van de grondstoffen, materialen en producten die op de Nederlandse markt worden gebracht, na inzameling gerecycled. In 2030 is dat 50%. In 2035 moet de ecologische voetafdruk van de textielketen gehalveerd zijn. Dat gaat zowel om uitstoot, watergebruik, chemicaliën als microplastics. In 2050 is de keten dan volledig circulair. In 2021 werd een hergebruiksdoelstelling aan het beleidsplan toegevoegd: 5% hergebruikte kleding in Nederland moet in 2025 zijn gestegen naar 10% en 15% in 2030.
Maar hoe?
Allereerst: het ontwerp- en productieproces. In 2018 werd 248 kton consumentenkleding gekocht, 67 kton bad-, bed- en keukenlinnen en 28 kton bedrijfskleding. Hier zal duurzaam en gerecycled materiaal gebruikt moeten gaan worden. Het percentage gerecycled materiaal moet daarbij zo hoog mogelijk zijn. Op dit moment ziet dat er nog niet zo best uit. Het aandeel duurzame materiaal in consumententextiel is 5%, gerecycled zelfs maar 1%. Bij bedrijfskleding zijn de getallen 0% en minder dan 2%. De volgende stap is duurzaam gebruik van textiel: bewuster kopen, langer dragen, repareren en doorgeven. Afgedankte kleding moet gescheiden worden ingezameld zodat het kan worden hergebruikt of gerecycled, want momenteel wordt het anders verbrand. Vanaf 2025 wordt het dan ook wettelijk verplicht om textiel gescheiden in te zamelen. Tenslotte moet de milieu impact van het textiel worden gehalveerd: er wordt te veel water, energie, en chemicaliën gebruikt en door slijtage en wassen komen microplastics in het milieu.
Internationaal
De doelstellingen van het ministerie zijn in lijn met Europese en internationale plannen. Zeker is daardoor dat er de komende jaren veel zal moeten gaan veranderen. De textielserviceindustrie is een uitstekende partner om dit proces mee te faciliteren. Kanalen worden momenteel volop aangeboord om hierin als partner meer op de voorgrond te treden.
Bronnen:
- Albert Bakker en Guido Israels, “Beleidsprogramma circulair textiel”, Royal Haskoning DHV.
- Kamerbrief Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, “Beleidsprogramma circulair textiel 2020-2025”, 14 april 2020.
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, “Voortgangs-
rapportage 2021 beleidsprogramma circulair textiel 2020-2025”, 20 mei 2021.