Van sokken en ondergoed tot broeken en overhemden. Het persoonsgebonden wasgoed vertegenwoordigt een persoonlijk en intiem onderdeel van de zorg. Zorginstellingen staan voor de uitdaging om een evenwicht te vinden tussen het faciliteren van gemak voor de bewoners en het waarborgen van keuzevrijheid binnen de grenzen van de wettelijke kaders. Hoe gaan wasserijen om met die complexe dynamiek?
Hoe is was in de zorg wettelijk geregeld?
Bij verblijf in een zorginstelling verstrekt de instelling zelf het zogenoemde platgoed: bedtextiel, badtextiel en keukentextiel. Daarbij mag de cliënt ook kiezen voor het gebruik van het eigen platgoed. De instelling is dan hoe dan ook verantwoordelijk voor het wassen van het platgoed. Zij geven een wasserij een aanbesteding voor het platgoed.
Bij persoonsgebonden was ligt dat anders. Het persoonsgebonden was gaat dus om kleding, zoals sokken, ondergoed en t-shirts. De cliënt mag zelf bepalen wie het wasgoed verzorgt. Dat kan een familielid zijn, de wasserij die ook het platgoed verzorgt of een andere wasserij. Dat is zo geregeld omdat de cliënt zelf garant staat voor de kosten.
Gemak
Wasserij Jekerkwartier is gespecialiseerd in de verzorging van persoonsgebonden wasgoed van bewoners van zorginstellingen en klinieken. Quinten Eitjes, de algemeen manager van de wasserij, merkt dat zorginstellingen vaak kiezen voor het gemak om de persoonsgebonden was ook mee te geven aan de wasserij die het platgoed verzorgt. “Daar wringt de schoen. Zorginstellingen mogen feitelijk niet sturend zijn in het aanbod van de verzorging van het persoonsgebonden wasgoed. Zorginstellingen mogen wél sturend zijn in het aantal wasserijen dat ze over de vloer willen hebben in hun instelling”, legt hij uit. Eitjes doelt op het feit dat het onprettig én onhandig is wanneer er zes verschillende wasserijen bij een zorginstelling over de vloer komen.
Bij Pieter van Foreest, een zorgorganisatie in Delft, is dat ook de reden dat ze al meerdere jaren aangesloten zijn bij twee vaste wasserijen voor het wassen van persoonsgebonden goederen. “De bewoners krijgen de keuze om zich aan te sluiten bij de wasserij van de betreffende woonlocatie. Pieter van Foreest heeft de contracten bij de aangesloten wasserijen geregeld. Uiteraard kunnen de bewoners er ook voor kiezen om hier geen gebruik van te maken en familie of mantelzorger te vragen”, zegt de woordvoerder. “Zo hebben zij een keuze.” Het aantal bewoners dat gebruik maakt van de wasserij service is bij Pieter van Foreest de afgelopen jaren niet schrikbarend gedaald.
Vanzelfsprekendheid
Volgens Eitjes nemen grote aanbieders van platgoed steeds vaker ook het persoonsgebonden goed mee. “Zo lopen gespecialiseerde bedrijven, die niet meedoen in die aanbesteding, veel klanten mis. Dat komt omdat het een vanzelfsprekendheid is in zorginstellingen dat de grote jongens het wasgoed meenemen. Gelukkig zijn er in ons geval 3000 bewoners die hier andere gedachten over hebben.” Eitjes wil dat die vanzelfsprekendheid verdwijnt.
Eitjes ziet dat er behoefte is aan goede persoonsgebonden wasserijen. “Is er een wasserij die niet goed presteert, dan moet een cliënt kunnen overstappen naar een bedrijf dat wel in de smaak valt”, zegt hij. “We bemoeien ons niet met platgoed, maar het gaat ons erom dat zorginstellingen en grote wasserijen een eerlijke concurrentiestrijd aan gaan met kleine wasserijen. Zij hebben net als iedereen het recht om je in een zorginstelling te profileren.”
Veranderende populatie
Luuk de Win, mede-eigenaar van Nedlin, ziet dat de keuze in de praktijk bij de bewoner zelf blijft. “De meeste zorginstellingen laten het contact over persoonsgebonden wasgoed rechtstreeks tussen de bewoner en wasserij. Zo hebben zij die vrije keuze.” Daarnaast claimt hij dat familieleden bijdehand genoeg zijn om uit te zoeken hoe het zit.
“Het grote verschil is alleen dat de populatie in de zorginstellingen aan het veranderen is. De tijd dat mensen vier jaar in een verpleeghuis zitten is enorm afgenomen. Dat is nu gemiddeld een jaar. Daardoor maken bewoners andere kledingkeuzes. De kleding die wij vaak wassen, is van bedlegerige mensen.”
Verblijfsduur
Zorginstituut Nederland rapporteert elk jaar over de verblijfsduur in de Wet langdurige zorg (Wlz). Ook zij zien dat het aandeel bewoners met een lange verblijfsduur over de jaren afneemt. Slechts 20% van de verpleeghuisbewoners blijft langer dan 48 maanden in een instelling. “Ik ervaar dat de grootste impact op deze markt met name de veranderende samenstelling van de populatie is”, zegt De Win.
De keuze is en blijft bij de bewoner om zelf een wasserij te kiezen of de was door familie te laten doen. Dat is belangrijk om te garanderen dat het hele proces goed en hygiënisch verloopt. Zo blijft het persoonsgebonden wasgoed in handen van degenen die er het meest bij betrokken zijn: de bewoners zelf.