Grootverbruikers gaan meer belasting betalen op drinkwater

mei 1, 2025 | Nieuws

Het heffingsplafond in de Belasting op Leidingwater (BoL) verdwijnt uiterlijk in 2027. Staatssecretaris Tjebbe van Oostenbruggen (Financiën) stuurde op 25 april de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda naar de Tweede Kamer. Volgend jaar blijft de huidige grens van 300 m³ per aansluiting intact. In 2026 verhoogt het kabinet het plafond naar 50.000 m³ en een jaar later wordt het volledig afgeschaft. Grootverbruikers betalen dan meer belasting.

BoL is een milieubelasting die nu alleen over de eerste 300 m³ leidingwater per jaar wordt geheven, tegen een tarief van € 0,42 per m³ (2024-niveau, exclusief 9 procent btw). Grootverbruik boven deze grens is tot nu toe vrijgesteld. Door het plafond te schrappen valt elk extra kubieke meter, ongeacht de omvang van de aansluiting, onder de belasting. Tegelijk versmalt het kabinet de grondslag tot water van (bijna) drinkwaterkwaliteit; details volgen later dit jaar. 

Gevolgen voor bedrijven 

Brancheorganisatie VEMW, die de belangen van zakelijke water- en energiegebruikers behartigt, stelt dat de maatregel een directe lastenstijging betekent voor industrieën met een hoge waterbehoefte, zoals voedselverwerkers en papier- en chemiebedrijven. Ook het midden- en kleinbedrijf dat jaarlijks meer dan 300 m³ afneemt betaalt extra. Voor huishoudens – het gemiddelde verbruik ligt rond 120 m³ – verandert er op korte termijn niets. 

Kritiek van drinkwaterbedrijven 

Koepelorganisatie Vewin noemt het besluit ‘onlogisch’ en pleit voor volledige afschaffing van de BoL. Zij wijst erop dat sinds 1 januari 2024 geen verbruiksbelasting meer wordt geheven op gebotteld mineraalwater, waardoor kraanwater per saldo zwaarder wordt belast. Vewin vreest dat de maatregel de betaalbaarheid van drinkwater voor bedrijven onder druk zet zonder het verbruik terug te dringen. Recent onderzoek, zo stelt de organisatie, laat zien dat de prijselasticiteit voor drinkwater laag is en dat hogere tarieven nauwelijks tot besparing leiden. 

Motieven kabinet 

Het kabinet motiveert de stap met de wens om belastinggrondslagen te verbreden en ‘milieuruimte’ te creëren voor toekomstige fiscale aanpassingen. In de Kamerbrief staat dat de aanpassing budgetneutraal wordt ingevoerd; de uiteindelijke tarieven vanaf 2026 worden pas bij Belastingplan 2026 vastgesteld. 

In overleg 

De staatssecretaris gaat dit najaar in overleg met de drinkwatersector en grootverbruikers over de uitwerking. Voor Prinsjesdag wordt een concept-tarieftabel verwacht, waarna de Tweede Kamer bij het Belastingplan 2026 over de precieze invulling beslist. Drinkwaterbedrijven verwachten de hogere belasting – net als nu – door te berekenen op de jaarrekening van klanten. Vewin waarschuwt dat dit de concurrentiepositie van waterintensieve Nederlandse bedrijven kan aantasten en roept het parlement op het voorstel aan te passen.