Grootste crisis ooit in textielafvalsector

Er is dringend een noodplan nodig om te voorkomen dat de Europese markt voor inzameling, sortering, hergebruik en recycling van textiel instort. De Europese milieuorganisatie Zero Waste Europe (ZWE), de Europese vereniging van steden en regio’s voor duurzaam grondstoffenbeheer ACR+, en de hergebruiksorganisatie Rreuse luiden de noodklok. Volgens hen bevindt de textielafvalmarkt zich in de grootste crisis ooit. Zonder snelle (financiële) steun kan de infrastructuur instorten. Ze roepen Europese beleidsmakers op om noodfinanciering te verstrekken.

De sector heeft het moeilijk sinds de opkomst van fast fashion de markt overspoelde met lage kwaliteitsartikelen op fossiele brandstoffen. Textielsorteerders raken in de problemen. Begin oktober vroeg de Duitse textielsorteerder Soex, met 460 medewerkers de grootste in Europa, faillissement aan door toenemende hoeveelheden en dalende prijzen. Exploitanten kunnen herbruikbare artikelen nergens naartoe sturen en niet onbeperkt opslaan. Er zijn gevallen bekend van herbruikbaar textiel dat tegen normale prijzen wordt verbrand omdat het niet meer verkocht of opgeslagen kan worden.

Vanaf 1 januari 2025 geldt in de EU een inzamelverplichting voor textielafval. Dit betekent veel meer textielafval op de markt, terwijl veel lidstaten nog geen goed werkende systemen hebben. Financiering via uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) is pas over twee tot vijf jaar beschikbaar. Landen met bestaande UPV-regelingen voor textiel hebben nog aanzienlijke investeringen en verbeteringen nodig.

ZWE, ACR+ en Rreuse vragen om een tijdelijk noodfinancieringsmechanisme om de sector in de periode tussen de gescheiden inzameling en de invoering van een UPV te ondersteunen. Ze stellen voor om gebruik te maken van de Europese faciliteit voor herstel en veerkracht, het mechanisme voor een rechtvaardige transitie, of leningen van de Europese investeringsbank (EIB), met de verplichting voor producentenverantwoordelijkheidsorganisaties om de leningen terug te betalen zodra het UPV actief is. Zonder actie zal de bestaande infrastructuur instorten, wat leidt tot achteruitgang in plaats van een overgang naar een circulaire economie en concurrentievermogen in de EU.