Ondanks een voorstel van de VVD om de invoering van ‘zero-emissiezones’ tot 2029 uit te stellen, gaan veertien Nederlands gemeenten door met hun plannen om per 1 januari 2025 de meest vervuilende bedrijfsauto’s uit hun binnenstad te weren. Deze gemeenten, waaronder Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven, benadrukken dat de bevoegdheid voor het invoeren van dergelijke zones bij hen ligt. Zij vinden dat het plan van de Tweede Kamer, dat steun kreeg van partijen als PVV, BBB, SGP, FvD, Denk, CDA en JA21, in strijd is met hun voorbereidingen.
De gemeenten willen de uitstootvrije zones behouden om vervuilende bestelbussen en vrachtwagens van emissieklasse 4, ouder dan vijftien jaar, te weren. Staatssecretaris Jansen van de PVV erkent dat gemeenten het recht hebben om deze beperkingen door te voeren, maar hij wil ondernemingen hulp bieden bij het aanpassen aan deze nieuwe regels.
Brancheverenigingen uiten hun zorgen over de onduidelijkheid en pleiten voor een eenduidig landelijk beleid. Ze benadrukken het belang van voldoende infrastructuur voor elektrische voertuigen, zoals snellaadstations, en roepen het kabinet op om zich hierop te richten. MKB Nederland vind dat ondernemers gebaat zijn bij landelijke ontheffingen om te voorkomen dat ze in de knel komen door verschillende lokale regels.
Transport en Logistiek Nederland (TLN) hoopt dat het uitstel niet doorgaat, omdat veel ondernemers al stappen hebben gezet richting emissievrije bedrijfsvoering. Ze wijzen op de vele uitzonderingen en regelingen die al bestaan en willen dat er duidelijkheid komt over het beleid.