Het geluid klinkt inmiddels over de hele keten: dat de textielketen de op één na meest vervuilende sector ter wereld is, gaat nu heel snel veranderen. Zo ook bij Wieland Textiles, de Zaanse inzamelaar, sorteerder en verkoper van textiel. Directeur-eigenaar Hans Bon is ervan overtuigd dat de komende drie, vier jaar een grote omwenteling zullen laten zien. Zelf staat hij daar middenin.
Sorteren: een samenwerking van robots en mensen
Het is indrukwekkend vertoeven in de witte, langwerpige fabriekshal op Handelsweg nummer 8 in Wormerveer. Vrachtwagens brengen hier maar liefst 10% van alle ingezamelde tweedehands textiel in Nederland naartoe. Elke week wordt hier 200 ton textiel verwerkt. Na de weegbrug komt het textiel op een lopende band, waar het vieze materiaal wordt gescheiden van het schone. Een robot levert het vervolgens op de juiste plaats af, waar het door mensen gecontroleerd wordt op herdraagbaarheid. Sorteerschachten transporteren het textiel naar de nasortering, waar nog een sorteerslag plaatsvindt op kwaliteit. Opgevouwen in zakken wordt het samengeperst in een balenpers voor efficiënte opslag en transport.
Aan de burger kun je het niet overlaten
Bon neemt bepaald geen blad voor de mond. De producent is onder druk gezet door de politiek” Geen smoesjes, vindt Bon. “Ik heb nog niet zo lang geleden ook tegen “Nieuwsuur” gezegd, die waren hier aan het filmen. De industrie zegt ‘het is te duur, het volume klopt niet, chemische samenstelling, de kleur is niet fijn’. Allemaal onzin! We moeten er met elkaar voor zorgen dat de op één na grootste vervuiler ter wereld, de textielindustrie, zijn verantwoordelijkheid neemt. En dat doen ze stap voor stap!” Dat is een belangrijke stap voorwaarts. Dat gaat alleen als de overheid reguleert.
De consument moet je daar niet mee lastigvallen, vindt Bon. “Als we het aan de burger moeten overlaten, ja, die gaat nog steeds in de rij staan hoor, bij de Primark, om voor 50 euro met drie tassen de winkel uit te lopen.” Alleen omdat de overheid nu ingrijpt, gebeurt er nu wat. “Sinds staatssecretaris Stientje van Veldhoven haar beleidsnotitie naar Europa heeft gestuurd, is in ene de hele wereld anders! Zij zorgde ervoor dat de hele industrie in beweging komt.”
Houd je rug recht
Wat gaat er gebeuren dan? “Grote kleding-merken, denk aan H&M, Zalando, die gaan nu echt serieus werk maken van post-consumer vezels,” zegt Bon. “Het traject waar we nu zijn ingestapt gaat op korte termijn, in drie, vier jaar, echt daadwerkelijk gebeuren.” Wieland kreeg onlangs ineens toenmalig demissionair staatssecretaris Steven van Weyenberg van Infrastructuur en Waterstaat op bezoek. “Hij bedacht, ik wil nu eens meer weten van dat textieldossier, en een week later zat ‘ie hier, met z’n gevolg.” Bon had een heldere boodschap voor de beste man: “Ik vraag twee dingen aan je. Regel dat we niet aan de voorkant problemen krijgen omdat de ILT [Inspectie Leefomgeving en Transport, toezichthouder van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, red.] materiaal tegenhoudt omdat er bijvoorbeeld een batterij in een speelgoeddingetje zit. En aan de andere kant moet je zorgen dat je je rug rechthoudt naar de industrie, in de lijn zoals Van Veldhoven dat heeft neergezet. Ik zeg tegen hem: jij hebt een makkie, want Van Veldhoven heeft voor jou de kastanjes uit het vuur gehaald. Maar regel het! Nu is het moment.”
Voor aan de keten
Samen met zijn zoons doet Bon met Wieland Textiles drie dingen: ingezameld textiel inkopen, sorteren en verkopen. Hij stond achteraan de keten, dus. Maar de afgelopen jaren heeft het bedrijf ook veel geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling van Fibersort, een systeem waarmee nietherdraagbaar materiaal door een camera gescand en gesorteerd wordt op samenstelling, kleur en structuur van het materiaal. Dat plaatst Wieland ineens ook vooraan de keten. Met een nieuw bedrijf, Textiles2Textiles bv, levert het bedrijf nu ook post-consumer grondstoffen aan de industrie.
Broeken vernielen = big business
Verdieping in herbruikbare vezels levert een bizar plaatje op. De kwaliteit wordt afgemeten aan de vezellengte. Haal je een trui uit elkaar met mechanisch geweld, blijft er toch nog een lange vezellengte over. Maar wat gebeurt er nu met nieuw textiel? “Het is te gek voor woorden,” zegt Bon, “een spijkerbroek gaat normaal zo’n 210 à 220 wasbeurten mee. Maar denim wordt nu met stenen bewerkt! Met schuurpapier behandeld! In Turkije staan er mensen de hele dag broeken te vernielen met een staalborsteltje, of met bleek. G-star maakt een hele lijn met verfspatten. Nu gaan al die broeken nog maar 90 wasbeurten mee. Nieuwe broeken met scheuren: we verkopen ze door aan onze Afrikaanse klanten en die hangen meteen aan de telefoon: er zitten kapotte broeken in!”
Hergebruik?
“Textiel krijgt keihard op z’n donder,” zegt Bon. Dan heeft het nog maar een korte vezellengte, en dan kun je er eigenlijk niet zoveel meer mee. Ook bij wasserijlinnen is dat een probleem. “Hotellinnen, lakens, kussenslopen, die zijn ontiegelijk kneiterhard gewassen.” Bedrijfskleding met bedrijfslogo’s is ook moeilijk in te zetten voor hergebruik. Aan de aantallen ingezameld textiel zal het niet liggen. Nederland zamelt 130 miljoen kilo kleding in, maar liefst 4 kilo per inwoner. En dat wordt alleen maar meer, voorspelt Bon. “Fast fashion is een drama. We dragen iets vijf keer. Binnen zes maanden is het afgedankt.”
Verdienmodel
Wielands verdienmodel is simpel: ze koopt textiel in, en met de verkoop van het percentage herdraagbare kleding worden alle activiteiten gefinancierd. Tweedehands kleding en schoenen vinden hun weg naar afzetmarkten in Europa, Afrika en Azië. Het lokaal vermarkten is niet zo simpel. “De weg wordt versperd door de kringloopwinkels!” Professioneel gesorteerd textiel is daar niet welkom. “Zij zijn er niet om kleding te verkopen met een marge, maar om werk te verschaffen aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Sorteren is wat deze mensen werk verschaft.” Textiel inzamelen is ook lastiger geworden. Dat kost nu 45 cent per kilo en dat is een hoge prijs, zegt Bon. “Daar zit alle meuk in. Eigenlijk niet goed: overheden dichten de tekorten in hun budget met deze prijzen.”
Samenwerking met wasserijen
Ook over een samenwerkingsverband met de wasserijen is Bon uitgesproken. “Een lokale afzetmarkt zijn de kringloopwinkels, en die zijn tot op heden niet geïnteresseerd in een gewassen product,” zegt hij. “Ga maar na: wat is het eerste wat je doet als je in een kringloopwinkel kleding koopt? Het thuis wassen.” Maar daarmee is niet alles gezegd! “Commerciële tweedehandswinkels, dat is een ander verhaal. Een soort Kringloop +.” zegt Bon, “Dat zou zeker een model kunnen zijn, dat spreekt mij wel aan.” Aan welke aantallen we dan moeten denken, is nog de vraag. De aantallen bij Wieland lopen vooralsnog alleen maar op, en kleding die terug wordt ingeleverd bij de winkels zelf zal ook in de toekomst maar een klein percentage blijven uitmaken. “150 miljoen kilo kleding, je denkt toch zeker niet dat dat allemaal via de winkels kan verlopen? Probeer in volumes te denken, het is immens! En het wordt alsmaar meer en meer.” Maar ondertussen kun je qua reiniging alleen iets met het percentage kleding dat geschikt is voor de Nederlandse markt. Gaat dat percentage door reinigen omhoog? Vlekken, zweetplekken, reparatie, regenkleding opnieuw waterdicht maken? Een gesprek wat een vervolg nodig heeft!