Er is een verduurzamingsrevolutie gaande in de textielindustrie. En dat is hard nodig, zegt Jan Lamme, één van de oprichters van Cibutex. Deze coöperatie van inmiddels dertig bedrijven heeft als missie om afgekeurde textielmaterialen een nieuw leven te geven. Het uiteindelijke doel? Van oud textiel weer nieuw textiel maken.
De textielindustrie is al jarenlang een van de meest vervuilende sectoren ter wereld. Jaarlijks worden enorme hoeveelheden kleding en textiel geproduceerd, waarvan een aanzienlijk deel vroegtijdig wordt afgedankt. Dat is mede te danken aan fast fashion: kleding die zo goedkoop en zo snel mogelijk in de winkels ligt. “De realiteit is dat we in de textielindustrie nog steeds te veel materialen verspillen,” legt Lamme uit. “Meer dan 90% van het textiel eindigt in verbrandingsovens of op stortplaatsen. Dat is simpelweg onacceptabel.”
Circulaire keten
Deze cijfers schetsen een somber beeld, maar Lamme ziet het liever positief. Een uitdaging kan je overwinnen. Het is duidelijk dat de traditionele lineaire economie, waarin producten worden gemaakt, gebruikt en vervolgens weggegooid, moet plaatsmaken voor een circulair systeem. In een circulaire economie blijven grondstoffen zo lang mogelijk in de keten, worden producten opnieuw gebruikt, en worden afval en emissies tot een minimum beperkt.
Daarom kreeg hij een idee: een samenwerkingsverband tussen collega’s om de textielindustrie circulair te maken. Het idee voor Cibutex begon vorm te krijgen in de periode rond 2019-2020, toen de noodzaak van duurzame textielverwerking steeds duidelijker werd. Zo zagen Lamme en zijn medeoprichters dat veel textiel na gebruik werd verwerkt tot poetsdoeken, die vervolgens vaak werden verbrand na blootstelling aan chemische stoffen.
Jan Lamme
“We zagen dus dat het simpelweg omzetten van textiel in poetsdoeken geen duurzame oplossing bood,” zegt Lamme.
Grote impact
Maar vele handen maken licht werk, wist ook hij. Daarom trommelde Lamme een aantal collega’s bij elkaar. “Individuele bedrijven hebben niet de schaalgrootte of middelen om de noodzakelijke veranderingen door te voeren. Daarom besloten ze om gelijkgestemde wasserijen en textielservicebedrijven bij elkaar te brengen. Wat begon met vijf leden, groeide al snel uit tot een coöperatie van dertig bedrijven, verspreid over heel Europa,” vertelt Lamme. “Samen kunnen we een veel grotere impact maken.” Het doel van de coöperatie is om ‘end-of-life-materiaal’ te verzamelen en een waardevolle herbestemming te geven.
“We proberen het textiel dus waar mogelijk te recyclen of zelfs te upcyclen,” legt Lamme uit. “Dit doen we door verschillende technieken toe te passen, zoals chemische en mechanische recycling, maar ook door samen te werken met partners die nieuwe producten kunnen ontwikkelen.” Daar liggen uitdagingen. “Want je kunt nooit van oud textiel weer 100% nieuw textiel maken. Daar heb je ook virgin materialen voor nodig.”
Cibutex startte met een paar leden en er zijn dus inmiddels meer dan dertig bedrijven aangesloten. Dat is fijn, want je hebt grote volumes nodig om een verandering te maken. “Individueel kunnen we niet aan de vraag van recycling voldoen. Maar samen kunnen we een vuist maken. Inmiddels zijn er zeventien wasserijen in heel Europa die zich hebben aangesloten. Dat is een behoorlijke dekking.”
Baal verzamelde bedrijfskleding voor de recycler
ETSA
Om bij verschillende brancheorganisaties aan tafel te schuiven werden ze lid van European Textile Service Association (ETSA). “Zo kunnen we daar oplossingen aan het licht brengen. We hopen zo dat meerdere organisaties bij ons aansluiten.”
Eén van de veelbelovende projecten waar de organisatie aan werkt is de omvorming van oude ziekenhuisoperatiepakken tot mooie polo’s. Ook maken ze theedoeken van oud bedlinnen. “We betrekken zoveel mogelijk partijen bij die innovatie. De wasserijen, stomerijen, de recycling-keten en de producenten van werkkleding of andere producten. Het is een concreet voorbeeld van hoe we afval omzetten in iets waardevols,” legt hij uit.
Natuurlijk wordt er gedurende het proces goed gelet op het duurzame aspect van de productie. Zo worden de theedoeken bijvoorbeeld geweven in Duitsland, terwijl de garens in Nederland worden gesponnen. “Door zo dicht mogelijk bij huis te produceren, minimaliseren we onze CO2-uitstoot.”
ETSA
Om bij verschillende brancheorganisaties aan tafel te schuiven werden ze lid van European Textile Service Association (ETSA). “Zo kunnen we daar oplossingen aan het licht brengen. We hopen zo dat meerdere organisaties bij ons aansluiten.”
Eén van de veelbelovende projecten waar de organisatie aan werkt is de omvorming van oude ziekenhuisoperatiepakken tot mooie polo’s. Ook maken ze theedoeken van oud bedlinnen. “We betrekken zoveel mogelijk partijen bij die innovatie. De wasserijen, stomerijen, de recycling-keten en de producenten van werkkleding of andere producten. Het is een concreet voorbeeld van hoe we afval omzetten in iets waardevols,” legt hij uit.
Natuurlijk wordt er gedurende het proces goed gelet op het duurzame aspect van de productie. Zo worden de theedoeken bijvoorbeeld geweven in Duitsland, terwijl de garens in Nederland worden gesponnen. “Door zo dicht mogelijk bij huis te produceren, minimaliseren we onze CO2-uitstoot.”
Wetgeving
Maar de uitdaging is niet alleen logistiek van aard. De snel veranderende wetgeving in Europa op het gebied van duurzaamheid vormt een andere belangrijke uitdaging. “De Europese Unie heeft strengere regels ingevoerd, en dat is een goede zaak,” aldus Lamme. “Er is veel om te doen, want het brengt ook uitdagingen met zich mee. Vooral voor bedrijven die niet voorbereid zijn. Wij zien het als onze taak om te voldoen aan deze regelgeving, én om anderen te helpen hetzelfde te doen.” Hij vindt dat we producenten die een product op de markt zetten verantwoordelijk moeten zijn voor de ecologische voetafdruk.
Lamme wijst daarbij vooral op de dreiging van goedkope textielproducten uit Azië, die vaak niet voldoen aan de strenge Europese milieunormen. Denk aan de opkomst van fast fashion. “De markt wordt overspoeld met producten uit Azië, waar de wetgeving minder streng is. Toch komt dat hier, in Nederland, bij de consument terecht,” zegt hij. “Wij willen ervoor zorgen dat degenen die textiel op de Europese markt brengen, ook verantwoordelijk zijn voor het einde van de levenscyclus van dat textiel.”
UPV van textiel
Cibutex werkt daarom nauw samen met Europese brancheorganisaties en overheden om deze problemen aan te pakken. Ze streven ernaar om een producentenorganisatie op te zetten voor bedrijfstextiel, die de verantwoordelijkheid neemt voor het beheer van textiel aan het einde van de levenscyclus. “De overheid wil dat branches zelf met oplossingen komen,” legt Lamme uit. Voor textiel zijn we daar al sinds 2018 mee bezig. De overheid heeft stakeholders aangewezen die helpt met rapportages en advies voor richtlijnen. “Maar 80% daarvan komt uit de fashionbranche. Textielservicebedrijven vallen onder dezelfde regelingen voor de UPV van textiel. Wij moeten daaraan voldoen, ondanks dat we het textiel niet zelf produceren. Toch geldt de regel: als je het over de grens naar binnen haalt én op de markt zet ben je dat wel.”
Lamme heeft het gevoel dat de textielservicebranche niet wordt gehoord door de producentenorganisaties. “Daarom dachten we er eerst over na om een aanspreekpunt te worden voor de stakeholders. Door gesprekken met onze leden te voeren en de wensen kenbaar te maken.” Inmiddels zijn de wensen groter en kijkt Cibutex naar de mogelijkheid om ook een producentenorganisatie te worden, voor textielservicebedrijven en de producenten van werkkleding en platgoed (bedlinnen, handdoeken, etc). “Zo zie je maar dat ons werkveld in de afgelopen twee jaar flink is verbreed”, lacht Lamme.
De wensen zijn duidelijk. “Wij willen een systeem opzetten waarin bedrijven kunnen aantonen hoeveel en welke producten ze op de markt brengen, en hoe ze omgaan met het afval aan het einde van de levenscyclus.” Zo tracht de organisatie te bereiken dat recyclen en hergebruik van textiel normaal wordt. “Nu vindt zo’n 95% van het textiel zijn weg naar verbranding of de vuilnisbelt. Dat is een situatie die moet veranderen.”
Kenniscentrum
Cibutex heeft grootse plannen voor de toekomst. Naast het verder uitbreiden van hun netwerk, werkt de coöperatie aan de oprichting van een kenniscentrum in Berlijn, het Cibutex Centre for Applied Circularity. “Dit centrum zal dienen als een hub voor onderzoek, innovatie en kennisuitwisseling op het gebied van circulaire textielketens. Daarover later meer,” zegt Lamme.