Onlangs presenteerden netbeheerders in Nederland een rapport met de plannen waardoor het Nederlandse energiesysteem in 2050 toekomstbestendig moet zijn. Dat gaat een hele klus worden, want de komende decennia gaat ons hele land op de schop. Onder andere voor de bouw van ruim 50.000 transformatorhuisjes, voor meer dan 120.000 kilometer ondergrondse kabels en voor 70 vierkante kilometer aan hoogspanningsnetten.
Volgens het rapport wordt het een lastige ruimtelijke puzzel met oplossingen waar niet iedereen blij mee zal zijn. Hans-Peter Oskam – directeur beleid en energietransitie Netbeheer Nederland: “De vraag naar transportcapaciteit groeit sneller dan het tempo waarin de netbeheerders het elektriciteitsnet kunnen uitbreiden. Zelfs met de aangekondigde recordinvesteringen kunnen we in de jaren ’24, ’25 en ’26 nog niet alle energie-infrastructuur bouwen die er nodig is.”
De investeringskosten zijn fors en komen uiteindelijk bij de eindgebruiker terecht. Naar verwachting stijgt de energierekening tot en met 2030 met gemiddeld 70 procent. De onderzoekers in het rapport stellen: “De stabiele gemiddelde prijzen dankzij het fossiele systeem komen niet meer terug.” Overdag, wanneer de zon schijnt, is de vraag nihil, terwijl ’s avonds – als mensen massaal koken en elektrisch laden – vraag en prijs omhoogschieten. Daarom wordt ‘flexibilisering’ de norm, zodat ook geïnvesteerd moet worden in bijvoorbeeld accusystemen en flexibele laadmogelijkheden voor warmtepompen, laadpalen en andere manieren om restcapaciteit beschikbaar te maken.
