Op 1 juli 2023 ging de UPV-wetgeving van start. Met deze wetgeving worden bedrijven die textiel op de markt brengen stapsgewijs geacht aan diverse eisen te voldoen. De brancheorganisatie FTN adviseerde de betreffende textielservicebedrijven aan te sluiten bij de Stichting UPV Textiel die als producentenorganisatie diverse verantwoordelijkheden over kan nemen. Door recente ontwikkelingen hebben bedrijven meer keuzes te maken. Waar staan we nu?
Over de UPV
De Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid (UPV) is een wettelijk kader dat producenten verantwoordelijk stelt voor de volledige levenscyclus van hun producten, van productie tot afvalverwerking. Deze regelgeving dwingt bedrijven om na te denken over de duurzaamheid van hun producten en stimuleert hen om oplossingen te vinden voor de terugname, recycling, en milieuvriendelijke verwerking van afgedankte goederen. Door deze verantwoordelijkheid te leggen bij de producenten zelf, beoogt de UPV een verschuiving naar een circulaire economie, waarbij afval tot een minimum wordt beperkt en grondstoffen zoveel mogelijk worden hergebruikt.
In Nederland wordt de naleving van de UPV-wetgeving gecontroleerd door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Deze toezichthouder moet ervoor zorgen dat producenten zich houden aan hun verplichtingen. Het ILT heeft de mogelijkheid boetes uit te delen: wanneer bedrijven zich niet houden aan de UPV-regels begaan ze een zogeheten economisch delict. Een extra reden om als bedrijf de zaken goed te regelen en aan de eisen te voldoen
FTN en de PRO
Federatie Textielbeheer Nederland (FTN) een belangrijke rol in het begeleiden van bedrijven bij het voldoen aan de UPV-vereisten. Een belangrijke samenwerking in dit proces is met de dominantie Producentenorganisatie (PRO), de Stichting UPV Textiel. Deze stichting is door Modint en Inretail opgericht (de brancheorganisaties voor mode en winkels) om producenten in de textielsector te helpen hun verplichtingen na te komen en een effectieve organisatie te vormen voor de terugname en verwerking van textielafval.
De werkgroep van FTN die in overleg stond met de PRO, is samengevoegd met een groep die zich specifiek richtte op bedrijfskleding. Deze nieuwe, grotere groep wordt nu aangeduid als een ‘expertgroep’ en heeft een formele rol gekregen binnen de PRO-structuur. Het doel van deze expertgroep is om kennis en informatie te delen, zodat de PRO haar organisatie optimaal kan inrichten en efficiënter kan opereren in het vervullen van haar wettelijke en milieudoelstellingen.
Deelname aan expertgroep
De samenstelling van de nieuwe expertgroep is bedoeld om hen vertegenwoordigers te maken van een breed scala aan bedrijven binnen de textielsector. Momenteel zitten in de groep onder andere Blycolin, Cleanlease, ETP, Heigo, Majestic, Fristads, Havep, Hawedo, Schijvens, Groenendijk, en Companyfits. Dit diverse collectief van bedrijven zorgt ervoor dat verschillende perspectieven en ervaringen worden ingebracht. Het doel is namelijk mee te denken vanuit het collectief: het gaat om een optimale inrichting van de PRO, en niet om het belang van het eigen bedrijf.
De Stichting UPV Textiel heeft voorgesteld dat de huidige (of eventueel nieuwe) deelnemers aan de groep ook zitting nemen in een van de andere expertgroepen. Hierdoor ontstaat een ‘linking pin constructie’, die cruciaal is voor de uitwisseling van informatie en best practices tussen de verschillende groepen. FTN is bezig deze deelname mede te organiseren.
De rol van de expertgroep is van belang voor de toekomst van de PRO en de manier waarop de UPV-vereisten in de textielsector worden geïmplementeerd. Het biedt invloed op de inrichting en regels van de PRO.
Niet algemeen verbindend
Een recente, belangrijke ontwikkeling is dat de door Modint en Inretail ontwikkelde PRO niet algemeen verbindend wordt verklaard. Dit betekent dat bedrijven binnen de textielsector niet verplicht zijn om zich aan de regels van deze PRO te houden. Het biedt hen de mogelijkheid aan te sluiten bij een andere PRO, een eigen PRO op te zetten of ervoor te kiezen om zich helemaal niet aan te sluiten bij een PRO. In dit laatste geval moeten bedrijven zelf ervoor zorgen dat ze zich aan de regels houden.
Deze situatie brengt zowel uitdagingen als kansen met zich mee. Er moet namelijk gekozen worden. Maar het bedrijven ook ruimte voor een beste oplossing voor hun situatie.
Een concrete ontwikkeling die hieruit voortvloeit, is het idee van CIBUTEX (het collectief dat afgedankt textiel in de sector verzamelt voor recycling) om samen met Gaia Consulting (verduurzamingsadviseurs) een eigen PRO op te richten. Dit voorstel toont aan dat er binnen de sector een behoefte is aan alternatieven voor de bestaande PRO-structuur. Het idee is regels te maken die passend zijn voor de sector. De Stichting UPV textiel beoogde de PRO te zijn voor alle textielproducenten. Daardoor is er niet veel ruimte om regels specifiek te maken voor de textielservicebedrijven. FTN onderzoekt momenteel de beste opties voor haar leden.
Hoe verder?
De implementatie van de UPV in de textielsector is een dynamisch en complex proces dat blijkbaar voortdurend evolueert. En daarmee tot verrassingen leidt. Maar het is duidelijk dat de komende maanden belangrijk zijn omdat nieuwe keuzes moeten worden gemaakt.
FTN werkt aan de afweging van de verschillende opties om leden goed te kunnen adviseren. Leden zitten terecht met vragen die zij delen met andere leden: Welke PRO’s zijn beschikbaar om bij aan te sluiten? Welke regels en voorwaarden hanteren deze? Kan ik weg bij de PRO waar ik me al bij aansloot. Wat moet ik doen als ik mij niet aanmeld bij een PRO en zelf aan de eisen wil voldoen?
De uitdagingen zijn groot, niet alleen om de juiste strategie voor het eigen bedrijf te bepalen maar ook een juiste bijdrage te leveren aan de transitie naar een circulaire economie. FTN blijft zich inspannen om haar leden te ondersteunen bij het navigeren door deze complexe regelgeving en hen te voorzien van de tools en informatie die ze nodig hebben om succesvol te zijn in een veranderende markt.
De sector gaat op dit dossier een spannende tijd tegemoet.