Elke nieuwe cao moet een afspraak bevatten over slimmer werken. Dat schrijven AWVN, VNO-NCW en MKB-Nederland in de Arbeidsvoorwaardennota 2025, hun jaarlijkse advies aan cao-onderhandelaars. Zij waarschuwen voor verlies van welvaart als de arbeidsproductiviteit niet stijgt.
Slimmer werken, de arbeidsproductiviteit verbeteren, kan door het werk beter te organiseren, afspraken te maken over ontwikkeling van werkenden, met de werknemers mentaal verzuim tegen te gaan en werknemers financieel bij het bedrijf te betrekken. Door van productiviteitsgroei het belangrijkste cao-thema te maken, worden bedrijven sterker en ontstaat meer loonruimte.
Concurrentieslag verliezen
In de nota Werk maken van slimmer werken. De productiviteitspuzzel stellen de gezamenlijke werkgeversverenigingen dat de gemiddelde collectieve loongroei met 5,3 procent in 2024 opnieuw zeer hoog is. De groei van de loonkosten die daar het gevolg van is, is voor veel bedrijven en sectoren onhoudbaar, stellen de werkgevers. De Nederlandse loongroei is de hoogste van Europa, terwijl we qua productiviteitsontwikkeling juist achterblijven. De eerste tekenen dat Nederlandse bedrijven de concurrentieslag verliezen, zijn inmiddels zichtbaar, vooral in de industrie. Uiteindelijk gaat dit welvaartsverlies voor Nederland betekenen, voorzien AWVN, VNO-NCW en MKB-Nederland.
Bedrijven sterker
Met hun voorstel om samen met de vakbonden via het cao-overleg de arbeidsproductiviteit te verbeteren, kiezen de werkgevers voor een positieve richting. Als de opbrengst per gewerkt uur omhoog gaat, worden bedrijven sterker en ontstaat meer ruimte om de arbeidsvoorwaarden mee te laten groeien, schrijven de drie verenigingen.
Om door slimmer werken de arbeidsproductiviteit te verhogen, schetsen de gezamenlijke werkgevers vier denklijnen. De eerste is beloning. Bij het afspreken van loonstijgingen, moeten de vooruitzichten van bedrijf of sector leidend zijn. Werknemers kunnen meeprofiteren van de verhoogde arbeidsproductiviteit door werknemers financieel bij het bedrijf te betrekken, bijvoorbeeld door winstdeling of medewerkersaandelen.
Beter organiseren
De tweede lijn is beter organiseren van werk. Dat kan door roosters te optimaliseren en door werknemers te betrekken bij de implementatie van (technologische) innovatie. Blijvend leren is de derde gedachtenlijn. De werkgevers willen vooral leren en ontwikkelen minder vrijblijvend maken en investeren in basisvaardigheden zoals lezen en schrijven. De vierde lijn is investeren in de gezondheid en vitaliteit van medewerkers. De werkgevers willen onder meer afspraken maken over verlichting van de werkdruk om mentaal verzuim tegen te gaan.